Een transformator is een apparaat dat elektrische energie overdraagt tussen twee of meer circuits door middel van elektromagnetische inductie. Het bestaat doorgaans uit primaire en secundaire wikkelingen rond een kern van ferromagnetisch materiaal. Het primaire doel van een transformator is het verhogen (verhogen) of verlagen (verlagen) van de spanningsniveaus met behoud van dezelfde frequentie. Het belangrijkste verschil tussen een transformator en een generator zijn hun functies: een transformator wijzigt de spanningsniveaus zonder het totale vermogen (minus verliezen) te veranderen, terwijl een generator mechanische energie omzet in elektrische energie en elektriciteit produceert uit een mechanische bron.
Het verschil tussen een transformator en een generator ligt in hun werking en doel. Een transformator wordt gebruikt om de spanningsniveaus in een elektrisch circuit te veranderen door middel van elektromagnetische inductie, waarbij hij afhankelijk is van wisselstroom om te functioneren. Een generator daarentegen zet mechanische energie om in elektrische energie door middel van elektromagnetische inductie, waarbij meestal roterende machines betrokken zijn. Terwijl een transformator alleen elektrische energie tussen circuits overdraagt, produceert een generator elektrische energie uit mechanische input.
Een transformator kan niet als generator worden gebruikt. Een generator heeft mechanische energie nodig om een magnetisch veld rond draadspoelen te laten draaien, waardoor elektrische energie ontstaat. Een transformator daarentegen werkt volgens het principe van elektromagnetische inductie om elektrische energie tussen circuits over te dragen en heeft geen middelen om mechanische energie in elektrische energie om te zetten. De afwezigheid van mechanische beweging in een transformator maakt deze ongeschikt voor het opwekken van elektriciteit.
Een transformator en een AC-generator zijn niet hetzelfde. Een wisselstroomgenerator, ook wel dynamo genoemd, zet mechanische energie om in wisselstroom door een spoel binnen een magnetisch veld te laten draaien of omgekeerd. Dit proces genereert elektriciteit rechtstreeks uit mechanische input. Een transformator daarentegen wekt geen elektriciteit op, maar draagt bestaande elektrische energie over tussen circuits om de spanningsniveaus te veranderen. De twee apparaten dienen verschillende doeleinden en werken volgens verschillende principes.
Een transformator wordt een apparaat genoemd dat elektrische energie tussen circuits overbrengt met behulp van elektromagnetische inductie. Het is ontworpen om spanningsniveaus te wijzigen terwijl dezelfde frequentie behouden blijft, waardoor het essentieel is voor de stroomverdeling en spanningsregeling in elektrische systemen. De term “transformator” weerspiegelt zijn vermogen om spanningsniveaus te transformeren voor verschillende toepassingen in elektrische netwerken.