Omgekeerde verzadigingsstroom in halfgeleiderapparaten, inclusief diodes, ontstaat als gevolg van de aanwezigheid van minderheidsdragers in het halfgeleidermateriaal. In een diode bijvoorbeeld, wanneer deze in voorwaartse richting is voorgespannen (positieve spanning toegepast op de anode ten opzichte van de kathode), stromen de meerderheidsdragers (elektronen in het N-type en gaten in het P-type) over de junctie, wat resulteert in stroom stroom. Wanneer de diode echter in sperrichting is ingesteld (negatieve spanning aangelegd op de anode ten opzichte van de kathode), dragen alleen minderheidsdragers (gaten in het N-type en elektronen in het P-type) bij aan de stroom. De omgekeerde verzadigingsstroom is de kleine stroom die vloeit doordat deze minderheidsdragers de junctie kruisen onder omgekeerde voorspanningsomstandigheden.
Tegenstroom in halfgeleiderapparaten zoals diodes treedt op wanneer het apparaat in tegengestelde richting wordt gebruikt. Bij normaal bedrijf (voorwaartse voorspanning) zorgt een diode ervoor dat er gemakkelijk stroom van de anode naar de kathode kan stromen. Wanneer een diode echter een spervoorspanning heeft, wat betekent dat de spanning erover in de tegenovergestelde richting is van de normale werking, kan er nog steeds een kleine hoeveelheid stroom vloeien. Deze tegenstroom is voornamelijk te wijten aan het feit dat de minderheidsdragers in het halfgeleidermateriaal over het uitputtingsgebied van de diodeovergang bewegen.
Omgekeerde verzadigingsstroom bestaat voornamelijk vanwege de intrinsieke eigenschappen van halfgeleiders. Zelfs bij afwezigheid van externe spanning is er een kleine stroom minderheidsdragers (elektronen in het P-type en gaten in het N-type) over de junctie als gevolg van thermische generatie- en diffusieprocessen in het halfgeleidermateriaal. Deze intrinsieke stroom staat bekend als omgekeerde verzadigingsstroom omdat deze op een bepaald niveau verzadigt en niet significant toeneemt bij verdere tegengestelde voorspanning.
Omgekeerde verzadigingsstroom wordt soms “lekstroom” genoemd. Deze term weerspiegelt de aard ervan als een kleine stroom die door de diodeovergang lekt wanneer deze in tegengestelde richting is voorgespannen. Ondanks dat de diode in sperrichting is ingesteld en theoretisch de stroom blokkeert, vertegenwoordigt de omgekeerde verzadigingsstroom de minimale stroom die nog steeds door de diode kan gaan als gevolg van beweging van minderheidsdragers.
Tegenstroom in halfgeleiderapparaten zoals diodes wordt voornamelijk geproduceerd door de beweging van minderheidsdragers (gaten in het N-type en elektronen in het P-type) over het uitputtingsgebied wanneer het apparaat in tegengestelde richting is voorgespannen. Deze beweging vindt plaats als gevolg van thermische energie, die dragers over de kruising prikkelt, ondanks de afwezigheid van een externe aandrijfspanning in voorwaartse richting. De tegenstroom is doorgaans erg klein in vergelijking met de voorwaartse stroom, maar is niettemin aanwezig vanwege de intrinsieke eigenschappen van halfgeleiders en de diffusieprocessen daarin.