Waarom moet een luchtstroomonderbreker een boogspanning creëren?

Een luchtstroomonderbreker (ACB) moet een boogspanning creëren als onderdeel van zijn essentiële werking om de stroomstroom veilig te onderbreken tijdens een storing of overbelasting in een elektrisch circuit. Wanneer er een fout optreedt, zoals kortsluiting of overbelasting, kan de stroom die door de ACB vloeit een zeer hoog niveau bereiken. Om deze hoge stroom veilig en effectief te onderbreken, gebruikt de ACB een mechanisme dat een elektrische boog tussen zijn contacten genereert. De boogspanning is de spanning die nodig is om de boog tussen de contacten in stand te houden zodra ze beginnen te scheiden. Door deze boogspanning kan de stroom worden afgeleid van het defecte circuit en op gecontroleerde wijze worden gedoofd, waardoor het elektrische systeem tegen schade wordt beschermd en een veilige werking wordt gegarandeerd.

Er ontstaat een boog in een stroomonderbreker als gevolg van de elektrische storing van lucht of een ander isolerend medium tussen de contacten wanneer deze worden gescheiden. Tijdens het openen van de stroomonderbreker, vooral onder foutomstandigheden, ioniseert de stroom die door de contacten vloeit de lucht daartussen. Deze ionisatie creëert een geleidend pad of boog die de stroom in stand houdt, zelfs nadat de contacten uit elkaar zijn gegaan. De boog is in wezen een plasmakanaal met geïoniseerde gassen met een hoge temperatuur waardoor de stroom kan blijven stromen totdat deze wordt gedoofd of onderbroken door de mechanismen van de stroomonderbreker.

In een luchtstroomonderbreker (ACB) is de booggoot een cruciaal onderdeel dat is ontworpen om het doven van de boog te vergemakkelijken zodra deze tussen de contacten wordt gestart. De functie van de booggoot is om de boog in een gecontroleerd pad te leiden en te kanaliseren, waar deze kan worden gekoeld, gedeïoniseerd en uiteindelijk kan worden gedoofd. De booggoot bestaat doorgaans uit verschillende platen of roosters die in een specifieke configuratie zijn gerangschikt om de lengte van het boogpad te maximaliseren. Door de boog te dwingen door de booggoot te gaan, verbetert de ACB het koel- en deïonisatieproces, waardoor een efficiënte onderbreking van de foutstroom wordt gegarandeerd en herontsteking van de boog wordt voorkomen.

De boogspanning in een stroomonderbreker verwijst naar de spanning die over de contacten verschijnt zodra er tijdens het openen een boog tussen ontstaat. Deze spanning is nodig om de boog in stand te houden en de stroom te laten stromen totdat de mechanismen van de onderbreker deze veilig kunnen doven. De grootte van de boogspanning hangt af van factoren zoals de stroomsterkte, het type fout of overbelasting en het ontwerp van de stroomonderbreker. Stroomonderbrekers zijn ontworpen om bogen te behandelen en te onderbreken door functies te integreren zoals booggoten, boogdovende apparaten en gecontroleerde contactscheidingsafstanden om de boogspanning tijdens bedrijf te beheren en veilig te doven.