Om verschillende veiligheids- en functionele redenen in elektrische circuits worden zekeringen doorgaans in de stroomvoerende draad geïnstalleerd en niet in de neutrale draad. Het primaire doel van een zekering is bescherming tegen overstroomsituaties die kunnen leiden tot oververhitting, brandgevaar of schade aan elektrische apparatuur. Wanneer er een fout optreedt in een circuit, zoals kortsluiting of overbelasting, smelt de zekeringsdraad als gevolg van de overmatige stroom, waardoor de elektriciteitsstroom wordt onderbroken en daardoor het circuit wordt beschermd.
De stroomdraad, ook wel de hete draad genoemd, voert stroom van de bron (zoals een stopcontact) naar de belasting (elektrisch apparaat). Door de zekering in de stroomvoerende draad te plaatsen, wordt elke fout of overmatige stroom gedetecteerd en wordt het circuit onmiddellijk onderbroken. Deze opstelling zorgt ervoor dat het apparaat of apparaat onmiddellijk wordt losgekoppeld van de stroombron, waardoor het risico op elektrische schokken of brand wordt verminderd.
Daarentegen voltooit de neutrale draad het circuit terug naar de bron en voert doorgaans de retourstroom van de belasting naar de elektrische voeding. Het bevindt zich doorgaans in de buurt van aardpotentiaal en is ontworpen om zonder onderbreking stroom te geleiden. Het zekeren van de neutrale draad zou geen effectieve bescherming tegen fouten bieden, omdat het circuit niet zou worden onderbroken wanneer er een fout optreedt aan de spanningvoerende zijde.
De zekeringsdraad is in serie verbonden met de fasedraad in elektrische circuits. Dit betekent dat de stroom die door het circuit vloeit door de zekeringsdraad moet gaan voordat deze de belasting bereikt. Deze configuratie zorgt ervoor dat de zekering eventuele overmatige stroomomstandigheden kan detecteren en hierop kan reageren, waardoor het circuit en de aangesloten apparatuur worden beschermd.
Samenvattend worden zekeringen in de stroomvoerende draad geplaatst omdat ze zijn ontworpen om te beschermen tegen overstroomomstandigheden die tot gevaren kunnen leiden. Deze configuratie zorgt voor een effectieve onderbreking van het circuit in geval van fouten, waardoor veiligheid wordt geboden en schade aan elektrische componenten en apparaten wordt voorkomen.