Een LED (Light Emitting Diode) is inderdaad een soort diode, maar heeft een specifiek doel dat verschilt van gewone halfgeleiderdiodes die bij gelijkrichting worden gebruikt. LED’s zijn ontworpen om licht uit te zenden wanneer ze voorwaarts gericht zijn, waardoor elektrische energie direct wordt omgezet in zichtbaar licht. Terwijl LED’s en traditionele diodes beide gelijkrichtende eigenschappen vertonen in termen van het toelaten van stroom in de ene richting en het blokkeren ervan in de andere richting, zijn LED’s geoptimaliseerd voor lichtemissie in plaats van voor de efficiënte gelijkrichting van wisselstroom (AC) naar gelijkstroom (DC).
LED’s kunnen om verschillende redenen doorgaans niet als gelijkrichtdiodes worden gebruikt. Ten eerste hebben LED’s een hogere voorwaartse spanningsval vergeleken met standaard gelijkrichterdiodes, waardoor ze minder efficiënt zijn in het omzetten van AC naar DC, omdat er meer spanning nodig is om ze doorlaatbaar te maken. Ten tweede zijn LED’s ontworpen met materialen en structuren die zijn geoptimaliseerd voor lichtemissie, en niet voor het efficiënt omgaan met grote stromen en spanningen die typisch zijn voor gelijkrichttoepassingen. Bovendien zijn de constructie- en prestatiekenmerken van LED’s afgestemd om efficiënt licht te produceren wanneer ze in voorwaartse richting zijn voorgespannen, terwijl gelijkrichterdiodes zijn geoptimaliseerd voor een lage spanningsval in voorwaartse richting en een hoge stroomdraagcapaciteit.
In de LED-technologie is de gebruikte diode doorgaans een halfgeleiderdiode die is opgebouwd uit materialen die licht uitstralen wanneer ze voorwaarts zijn voorgespannen en geleidend zijn. Deze halfgeleiderdiode is geïntegreerd in een LED-pakket, samen met materialen die licht uitstralen wanneer ze worden opgewonden door stroom. Door deze combinatie kunnen LED’s licht uitstralen in een spectrum van kleuren en intensiteiten, afhankelijk van de materialen die in hun constructie zijn gebruikt.
Zowel LED’s als traditionele diodes vertonen polariteit, wat betekent dat ze specifieke oriëntaties hebben voor een correcte werking. Bij LED’s is polariteit cruciaal voor een goede lichtemissie, waarbij de langere draad (anode) wordt aangesloten op de positieve spanning en de kortere draad (kathode) wordt aangesloten op de negatieve spanning. Op dezelfde manier bepaalt de polariteit bij traditionele diodes de richting van de stroom, waarbij de anode positief is en de kathode negatief voor voorwaartse voorspanning. Het begrijpen en correct toepassen van polariteit is essentieel voor het effectieve gebruik van zowel LED’s als traditionele diodes in elektronische circuits om een goede functionaliteit en levensduur van componenten te garanderen.