Condensatoren worden over het algemeen onderverdeeld in twee hoofdtypen op basis van hun constructie en materialen: elektrolytische condensatoren en keramische condensatoren. Elektrolytische condensatoren hebben doorgaans hogere capaciteitswaarden en zijn gepolariseerd, wat betekent dat ze een specifieke oriëntatie hebben voor een goede werking (positieve en negatieve aansluitingen). Ze worden vaak gebruikt voor filter-, koppelings- en energieopslagtoepassingen in elektronische circuits waar grotere capaciteitswaarden vereist zijn. Elektrolytische condensatoren zijn verder onderverdeeld in elektrolytische condensatoren van aluminium en elektrolytische condensatoren van tantaal, elk geschikt voor verschillende spannings- en capaciteitsbereiken.
Keramische condensatoren daarentegen zijn niet-gepolariseerde condensatoren gemaakt van keramische materialen met aan weerszijden een dunne laag metalen elektroden. Ze zijn verkrijgbaar in een breed scala aan capaciteitswaarden en staan bekend om hun stabiliteit, betrouwbaarheid en lage kosten. Keramische condensatoren worden vaak gebruikt voor ontkoppelings-, bypass-, timing- en afstemmingstoepassingen in verschillende elektronische circuits vanwege hun compacte formaat, hoogfrequente prestaties en het vermogen om snelle spanningsveranderingen effectief aan te pakken.
Het verschil tussen Type 1- en Type 2-condensatoren verwijst over het algemeen naar verschillende classificaties of categorieën binnen een specifiek type condensator in plaats van naar verschillende typen in verschillende categorieën. In elektrolytische condensatoren kunnen Type 1 en Type 2 bijvoorbeeld verwijzen naar verschillende series of families op basis van hun spanningswaarden, temperatuurcoëfficiënten of specifieke toepassingen. Fabrikanten categoriseren condensatoren vaak in verschillende typen om variaties in prestatiekenmerken, grootte, tolerantieniveaus en beoogde toepassingen aan te duiden. Daarom kunnen de classificaties Type 1 en Type 2 variëren, afhankelijk van het condensatortype en de specificaties van de fabrikant.
Condensatoren bestaan uit twee hoofdcomponenten: geleidende platen en een diëlektrisch materiaal. De geleidende platen zijn doorgaans gemaakt van metaal (zoals aluminium, tantaal of met keramiek beklede metalen) en worden gescheiden door het diëlektrische materiaal, een isolerende substantie die de capaciteitswaarde van de condensator en andere elektrische eigenschappen bepaalt. Het diëlektrische materiaal kan variëren afhankelijk van het condensatortype en de toepassing, met gebruikelijke materialen zoals aluminiumoxide voor elektrolytische condensatoren, keramische materialen voor keramische condensatoren en verschillende kunststoffen voor filmcondensatoren. Door de combinatie van geleidende platen en diëlektrisch materiaal kunnen condensatoren elektrische energie tijdelijk opslaan en deze indien nodig vrijgeven in elektronische circuits.
Variabele condensatoren en vaste condensatoren verschillen voornamelijk in hun vermogen om capaciteitswaarden te veranderen. Vaste condensatoren hebben een vooraf bepaalde capaciteitswaarde die constant blijft onder normale bedrijfsomstandigheden en zijn ontworpen voor specifieke toepassingen die stabiele capaciteitswaarden vereisen. Ze worden vaak gebruikt in elektronische circuits voor koppeling, ontkoppeling, filtering en timingdoeleinden waarbij nauwkeurige capaciteitswaarden essentieel zijn. Variabele condensatoren, ook wel trimmercondensatoren of afstemcondensatoren genoemd, maken daarentegen een handmatige of elektrische aanpassing van de capaciteitswaarden mogelijk. Deze instelbaarheid maakt variabele condensatoren geschikt voor afstemmingscircuits, frequentieaanpassing en kalibratietoepassingen waarbij variabele capaciteit vereist is om optimale circuitprestaties of resonantieomstandigheden te bereiken.