Wat wordt bedoeld met een vectorgroep van een transformator?

De vectorgroep van een transformator verwijst naar de opstelling van wikkelingen en hun verbindingen in relatie tot de faseverschuiving tussen de primaire en secundaire wikkelingen. Het specificeert hoe de wikkelingen zijn verbonden en de hoekverplaatsing daartussen. Elke vectorgroepaanduiding vertegenwoordigt een specifieke faseringsregeling die de prestaties van de transformator beïnvloedt, met name op het gebied van spanningsregeling en faserelaties.

In transformatorterminologie geeft de vectorgroep de relatie aan tussen de primaire en secundaire wikkelingsspanningen en -stromen. Het is van cruciaal belang voor het garanderen van een correcte werking en fasesynchronisatie in transformatoren met meerdere wikkelingen of transformatoren die worden gebruikt in driefasige systemen. De vectorgroepaanduiding geeft informatie over de faseverschuiving en verbindingsconfiguratie van de transformatorwikkelingen, wat helpt bij een juiste installatie en synchronisatie met het elektrische systeem.

De DYN11-vectorgroep is een specifieke aanduiding die de configuratie en faserelaties van de transformator aangeeft. In DYN11 betekent “D” dat de delta van de primaire wikkeling (Δ) is aangesloten, “Y” geeft aan dat de secundaire wikkeling stervormig (Y) is verbonden, en “N” geeft aan dat de secundaire wikkeling neutraal geaard is. De cijfers na DYN geven de faseverschuiving aan tussen de primaire en secundaire wikkelingen. In DYN11 is de faseverschuiving tussen de primaire en secundaire wikkelingen 150 graden.

Het vectordiagram van een transformator illustreert de relatie tussen de primaire en secundaire spanningen en stromen. Het toont de grootte- en fasehoekverschillen tussen deze grootheden, meestal weergegeven in een vectorformaat waarbij pijlen spannings- of stroomvectoren vertegenwoordigen. Het diagram helpt bij het begrijpen van de prestatiekenmerken van de transformator, inclusief spanningsregeling, faseverschuiving en impedantie-matching.

DYN5 en DYN11 zijn verschillende vectorgroepaanduidingen die voor transformatoren worden gebruikt. Het belangrijkste verschil ligt in de faseverschuiving tussen de primaire en secundaire wikkelingen. DYN5 heeft een faseverschuiving van 30 graden (positieve sequentie) tussen de primaire en secundaire wikkelingen. DYN11 heeft daarentegen een faseverschuiving van 150 graden (negatieve sequentie). Dit verschil beïnvloedt de manier waarop de transformator samenwerkt met het elektrische systeem en beïnvloedt factoren zoals spanningsstabiliteit, foutstromen en harmonische vervorming. De keuze tussen DYN5 en DYN11 hangt af van specifieke toepassingsvereisten en compatibiliteit met de bestaande configuratie van het energiesysteem.

Recent Updates

Related Posts