Het magnetische veld buiten een solenoïde is doorgaans nul of zeer zwak, omdat de magnetische veldlijnen die worden geproduceerd door de stroomvoerende spoelen van de solenoïde opgesloten zijn in het inwendige van de solenoïde zelf. Deze beperking treedt op omdat de magnetische veldlijnen die door elke draadwinding in de solenoïdelus rond het inwendige van de spoel worden gegenereerd, zich niet in significante mate buiten de uiteinden van de solenoïde uitstrekken. Daarom heffen de magnetische veldlijnen elkaar buiten de solenoïde op vanwege hun tegengestelde richtingen, wat resulteert in een netto magnetisch veld dat verwaarloosbaar of nul is.
Wanneer een solenoïde in een uniform magnetisch veld wordt geplaatst, kan de kracht die de solenoïde als geheel ondervindt onder bepaalde omstandigheden nul zijn. Dit gebeurt wanneer de richting en sterkte van het externe magnetische veld zodanig zijn dat de magnetische krachten die aan elke kant van de solenoïde worden uitgeoefend, elkaar opheffen. Als het magnetische veld bijvoorbeeld uniform is en evenwijdig aan de as van de solenoïde, kunnen de magnetische krachten aan de tegenoverliggende zijden van de solenoïde elkaar in evenwicht brengen, wat resulteert in een nettokracht van nul.
Net als een solenoïde vertoont een torus (een spoel die is gewikkeld in de vorm van een ring of donut) ook een magnetisch veld van bijna nul buiten zijn structuur. De magnetische veldlijnen die worden geproduceerd door de stroom die door de ringkernspoel circuleert, zijn opgesloten in de kern van de ringkern vanwege het cirkelvormige pad van de magnetische veldlijnen rond de ringkern. Deze opsluiting verhindert dat het magnetische veld zich aanzienlijk buiten de ringkern uitstrekt, wat resulteert in een magnetisch veld dat bijna nul is in de omringende ruimte.
Binnenin een solenoïde is het magnetische veld sterker vergeleken met buiten, omdat de magnetische veldlijnen die worden gegenereerd door de stroomvoerende spoelen coherent optellen langs de as van de solenoïde. Binnenin de solenoïde zijn de magnetische veldlijnen dicht op elkaar gepakt en evenwijdig aan de as van de spoel, wat resulteert in een relatief uniform en sterk magnetisch veld. Deze interne veldsterkte hangt af van factoren zoals het aantal windingen in de solenoïdespoel, de stroom die er doorheen vloeit en de permeabiliteit van het kernmateriaal, indien aanwezig.
Om het magnetische veld buiten een solenoïde wiskundig af te leiden, past men doorgaans de wet van Ampère toe, die het magnetische veld rond een gesloten lus relateert aan de stroom die door de lus wordt omsloten en de permeabiliteit van het medium. Door rekening te houden met de geometrie en symmetrie van de solenoïde, kan men het magnetische veld op verschillende punten buiten de solenoïde berekenen met behulp van integraalrekeningmethoden, uitgaande van een geïdealiseerd scenario met een lange solenoïde waarbij de eindeffecten verwaarloosbaar zijn. Deze afleiding geeft een kwantitatief inzicht in waarom het magnetische veld buiten de solenoïde nul of zwak is in vergelijking met het interieur.