Vermindert een weerstand de stroom en spanning?

Een weerstand beïnvloedt de stroom in een circuit door de stroom ervan te beperken volgens de wet van Ohm, V = IR, waarbij V spanning is, I stroom en R weerstand is. Wanneer stroom door een weerstand gaat, ondervindt deze een spanningsval die evenredig is met de stroom die er doorheen vloeit en de weerstandswaarde. Hoewel een weerstand de stroom in absolute zin niet vermindert, beperkt deze de hoeveelheid stroom die er doorheen kan stromen op basis van de weerstandswaarde.

De spanning over een weerstand daalt als er stroom doorheen vloeit. Deze spanningsval is recht evenredig met de stroom die door de weerstand gaat en zijn weerstand. Als een weerstand bijvoorbeeld een weerstand heeft van 10 ohm en er stroomt een stroom van 1 ampère doorheen, dan zal de spanningsval over de weerstand 10 volt zijn (V = IR = 1A * 10Ω = 10V).

In een circuit neemt de stroom die door het circuit vloeit af naarmate de weerstand toeneemt, ervan uitgaande dat de spanningsbron constant blijft. Deze relatie wordt beschreven door de wet van Ohm, waarbij een hogere weerstand leidt tot een lagere stroom bij een gegeven spanning. Hoewel de weerstand zelf de spanning niet direct verlaagt, heeft deze wel invloed op de stroom, wat op zijn beurt de spanningsval over componenten in het circuit beïnvloedt.

Wanneer weerstanden in een circuit in serie worden geschakeld, neemt de totale weerstand toe, en volgens de wet van Ohm neemt de totale stroom af voor een gegeven spanning. Elke weerstand in een serieschakeling draagt ​​bij aan de totale weerstand, waardoor de totale stroom die door het circuit vloeit, wordt verminderd. Deze eigenschap wordt in verschillende toepassingen gebruikt om de stroomniveaus te controleren en componenten tegen overmatige stroom te beschermen.

Weerstanden trekken de spanning niet in de conventionele zin af. In plaats daarvan veroorzaken ze een spanningsval die evenredig is met de stroom die er doorheen gaat en hun weerstandswaarde. Deze spanningsval vertegenwoordigt de energie die als warmte in de weerstand wordt gedissipeerd als gevolg van de elektrische stroom. Daarom dragen weerstanden in een circuit bij aan spanningsdalingen over specifieke punten op basis van hun individuele weerstandswaarden en de hoeveelheid stroom die er doorheen vloeit.