Om een RC-zender af te stemmen, moet u er eerst voor zorgen dat alle schakelaars en trims gecentreerd zijn. Raadpleeg de handleiding van de zender voor specifieke instructies over het aanpassen van trimvlakken en instellingen. Schakel vervolgens de zender en ontvanger in en zorg ervoor dat ze goed zijn verbonden. Test elk bedieningsoppervlak en pas de eindpunten, subtrims en servo-omkering indien nodig aan om een soepele, nauwkeurige beweging te bereiken zonder binding of slop. Voer ten slotte bereikcontroles uit om een betrouwbare signaalontvangst op verschillende afstanden binnen het werkingsbereik te garanderen.
Bij het programmeren van een RC-zender moet u toegang krijgen tot het menusysteem of de programmeerinterface ervan. Meestal omvat dit het instellen van stuuroppervlakken, gascurves, dubbele snelheden en expo-instellingen. Begin met het selecteren van het modelgeheugenslot voor uw vliegtuig of voertuig. Volg de handleiding van de zender om kanalen aan specifieke bedieningselementen toe te wijzen, mixen in te stellen voor complexe bewegingen en indien van toepassing instellingen zoals fail-safe gedrag en telemetrie aan te passen. Test elke geprogrammeerde functie om er zeker van te zijn dat deze correct werkt voordat u gaat vliegen of autorijden.
Het opzetten van een RC-ontvanger houdt in dat u deze veilig in uw vliegtuig of voertuig installeert en aansluit op servo’s of snelheidsregelaars. Zorg ervoor dat de ontvanger compatibel is met uw zender en dat alle bedradingsverbindingen veilig en correct zijn. Bind de ontvanger aan de zender volgens de instructies in de handleiding, waarbij u de juiste signaalontvangst en bewegingen van het bedieningsoppervlak controleert. Voer bereikcontroles uit om betrouwbare communicatie tussen de zender en ontvanger te bevestigen voordat u uw RC-model gebruikt.
Kanalen op een RC-zender verwijzen naar de onafhankelijke stuuringangen die deze kan beheren. Normaal gesproken komen deze kanalen overeen met het aantal bestuurbare functies op uw RC-model, zoals gaspedaal, hoogteroer, rolroeren, roer en hulpfuncties zoals intrekbaar landingsgestel of gimbal-bediening van de camera. Het aantal kanalen bepaalt de complexiteit van de manoeuvres en functies die u tegelijkertijd kunt bedienen. Moderne zenders ondersteunen vaak meerdere modellen met aanpasbare kanaaltoewijzingen, waardoor flexibiliteit mogelijk is bij het configureren van verschillende soorten RC-modellen.