Hoe de transformator testen?

Het testen van een transformator omvat verschillende stappen om de functionaliteit en veiligheid ervan te garanderen. Het proces begint met visuele inspecties op eventuele fysieke schade of tekenen van slijtage. Vervolgens wordt de isolatieweerstand gecontroleerd met behulp van een megohmmeter om er zeker van te zijn dat er geen isolatiefouten zijn. Hierna volgt het testen van de windingsverhouding, waarbij de primaire en secundaire wikkelingsverhoudingen worden vergeleken met de verwachte waarden. Er worden ook bekrachtigingsstroomtests uitgevoerd om te verifiëren dat de stroom die door de primaire wikkeling wordt getrokken wanneer deze wordt bekrachtigd, binnen aanvaardbare grenzen ligt. Ten slotte kan het uitvoeren van een wikkelingsweerstandstest met behulp van een ohmmeter problemen identificeren zoals open circuits of kortsluitingen in de wikkelingen.

Er zijn verschillende methoden voor het testen van transformatoren, die elk verschillende doeleinden dienen. De isolatieweerstandstest meet de kwaliteit van de isolatie tussen wikkelingen en aarde. De wikkelverhoudingstest garandeert de juiste verhouding tussen primaire en secundaire wikkelingen. De wikkelingsweerstandstest detecteert problemen binnen de wikkelingen, terwijl de bekrachtigingsstroomtest de magnetiseringsstroom controleert. Andere methoden zijn onder meer diëlektrische tests zoals de toegepaste spanningstest en de geïnduceerde spanningstest om te garanderen dat de transformator bestand is tegen operationele en overspanningsomstandigheden. Voor transformatoren met olie-isolatie kunnen ook olieanalyses en analyses van opgeloste gassen worden uitgevoerd om de toestand van de isolerende olie te bewaken.

Om te bepalen of een transformator defect is, zoekt u naar tekenen zoals ongebruikelijke geluiden, overmatige hitte en fysieke schade. Voer elektrische tests uit, zoals isolatieweerstand, windingsverhouding en wikkelingsweerstandstests. Abnormale resultaten bij deze tests kunnen duiden op problemen zoals kortsluiting, open circuits of kapotte isolatie. Controleer bovendien op ongebruikelijke spanningsdalingen of -stijgingen onder normale belastingsomstandigheden. Als de transformator er niet in slaagt de verwachte spanningsniveaus te handhaven, is deze mogelijk defect. Oververhitting en ongebruikelijke geuren, vooral in met olie gevulde transformatoren, kunnen ook op problemen duiden.

Het testen van een stroomtransformator (CT) met een multimeter omvat verschillende stappen. Zorg er eerst voor dat de CT spanningsloos is en geïsoleerd van het circuit. Stel de multimeter in om de weerstand te meten en sluit deze aan op de secundaire aansluitingen van de CT. Een waarde binnen het door de fabrikant opgegeven bereik duidt op een goede wikkeling; een aanzienlijk hogere of lagere waarde duidt op een fout. Voor verder testen dient u een bekende primaire stroom toe te passen en de secundaire stroom te meten om de nauwkeurigheid van de CT te verifiëren. De verhouding tussen primaire en secundaire stroom moet overeenkomen met de gespecificeerde verhouding van de CT.

Het testen van een driefasige transformator omvat een reeks controles voor elke fase. Begin met een visuele inspectie op fysieke schade. Voer isolatieweerstandstests uit tussen elke wikkeling en de grond, evenals tussen wikkelingen. Voer beurtverhoudingstests uit voor elke fase om de juiste verhoudingen te garanderen. Wikkelingsweerstandstests voor elke wikkeling kunnen problemen zoals kortsluiting of open circuits aan het licht brengen. Breng ten slotte een gebalanceerde driefasige spanning aan en meet de uitvoer om er zeker van te zijn dat de transformator correct werkt onder belasting.